Cookie beleid SKV Wageningen

De website van SKV Wageningen is in technisch beheer van VoetbalAssist en gebruikt cookies. Hieronder de cookies waar we je toestemming voor nodig hebben. Lees ons cookiebeleid voor meer informatie.

Functionele cookies

Voor een goede werking van de website worden deze cookies altijd geplaatst.

Analytische cookies

Google analytics Toestaan Niet toestaan

Marketing cookies

Facebook Toestaan Niet toestaan

219: Vergeten vedetten: Marchel Tönissen en zijn broers Allaart en Armando (2)

Marchel Tönissen, hebben we in de vorige column gezien, was de lange blessuregevoelige spits van SKV 1 in de jaren 70 terwijl zijn jongere broer Allaart, de enige linkspoot van de drie broertjes, als verdedigende middenvelder meer tot zijn recht kwam.

Al op negentienjarige leeftijd moest Allaart stoppen omdat hij met een lange studie begon waarvoor hij elke zaterdag in een leslokaal aan de bak moest in plaats van op een groen grasveld. De studie voor accountant duurde op deze manier een jaar of zeven, acht, negen. Voor een negentienjarig talent is dat funest omdat je pas klaar bent op de leeftijd van een veteraan.

Allaart is dan ook helemaal gestopt. Niet bij een andere vereniging gaan spelen. Alleen deed hij wel eens mee in een zaalvoetbalteam. Daar had hij de grootste moeite mee omdat hij gewend was om op het veld te tuffen. Niet naar zijn tegenstanders maar op het gras om slijm uit zijn mond kwijt te raken. Maar geen nood. Politieman Tönissen had nog een jongere zoon die er ook wel wat van kon: Armando.

Armando Tönissen had weer andere voetbaleigenschappen. Hij was geen kopper zoals als Marchel en had helemaal diens keiharde inzet niet. Ook was hij geen linkspoot zoals Allaart. Het beste is hij te beschrijven als zichzelf. Armando is gewoon Armando. Razend snel, een hele goede dribbel en een keihard schot.

Soms gingen echter hele stukken van de wedstrijd aan hem voorbij. Dan stond hij met de handen in zijn zij bij de middellijn wat naar zijn medespelers te kijken. Totdat hij het op zijn heupen kreeg. In zijn handen spuugde en zomaar twee of drie doelpunten maakte.

Eens in het A1, tegen DTS, was de ruststand 1-1. Toen een aantal toeschouwers na de rust tien minuten te laat het C-veld (destijds boven) weer bereikten stond het al 4-1. Armando was het weer eens in zijn bol geslagen met als gevolg 3 doelpunten. Niemand van die toeschouwers heeft daarna, net als voor de rust, Armando ook maar iets belangwekkends zien doen: 4-1 vond hij blijkbaar genoeg.

Als je Armando toch met iemand zou willen vergelijken dan leek hij nog het meeste op een rechtsbenige Piet Keizer. Wel had hij de grillen van een linkspoot. Zo was Armando ook in het eerste elftal van SKV: grillig, kort maar hevig.

Drie broertjes Tönissen die alle drie veel te kort in SKV 1 speelden. De één door teveel blessures, de andere door zijn studie en de derde door een teveel aan talent. Als pa Tönissen nu eens alle positieve genen in één voetballer had gestopt? Dan was daar ongetwijfeld een supervedette uitgekomen. Maar laten we maar blij zijn dat dat niet is gebeurd. Nu heeft SKV het genot gehad van drie musketiers met talent.

BLEDDER

Delen

voeg je eigen gadgets toe aan deze pagina!