In de jaren zestig was er maar één kwaliteitsvoetbalschoen: Quick.
Ik weet dat het verleden corrumpeert maar mijn gevoel zegt toch dat toen iedereen op Quick liep. Liefkozend sprak je toen van 'mijn Quickies'. Van veraf kon je ze al herkennen aan de twee geperforeerde witte bandjes.
Datzelfde bedrieglijke geheugen van mij weet ook nog dat je ze alleen maar kon kopen aan de Dijkgraafseweg bij de vader van Nees. Later een eindje verderop aan de Julianastraat bij de broer van Nees. Alleen Mark van Smaalen had met zijn maat 48 een probleem. Zijn "Quickies" moesten apart gemaakt worden bij de fabriek in Hengelo (Gelderland). Na verloop van tijd kreeg hij dan bericht dat ze klaar waren en dat hij ze op kon halen.
Wout van Ginkel had het gemakkelijker. Hij zei alleen maar tegen Johan Slotboom dat zijn oude schoenen versleten waren. Bij de volgende training stond Johan hem dan met de doos onder de arm op te wachten. De maat was bekend en ook het model: Quick Topstar. Een zwarte schoen met twee zwarte bandjes. Dat stond heel chique. Net als die racesigaretten in die zwarte pakjes: John Players Special.
Dat was ook de reden waarom ze veel gedragen werden door de mannen in het zwarte pak. De Quick voetbalschoen is bij de wat oudere voetballer pure nostalgie.
Maar toen kwamen die Duitse broertjes Dasler de boel verpesten met hun Adidas. En toen zij onderling trammelant kregen ging de ene de andere op leven en dood beconcurreren met Puma.
De stugge Twentenaren konden zoveel agressiviteit niet aan en gingen failliet. Nog even heeft een deel van het personeel tandenknarsend geprobeerd zelf het bedrijf in afgeslankte vorm voort te zetten. Maar dat pakte ook verkeerd uit. Daarmee verdwenen Quick en de Quickies van de aardbodem en dus ook van de groene velden. Voor altijd? Daarover volgende keer meer.
BLEDDER